Niet door het dak maar door het prijsplafond

Peter van Zijl van SDB / Quebble.

Ik heb gewacht met het schrijven van deze column tot na de troonrede. Omdat ik verwachtte – niet ten onrechte denk ik – dat onze regering meer dan een enkele zin zou wijden aan het instrument om het steeds knellender probleem van het personeelstekort aan te pakken: gratis kinderopvang voor alle werkende ouders.

Tussen een passage over goed werkgeverschap en het nieuwe pensioenstelsel in waren er 27 woorden – 143 tekens, exclusief spaties – voor de kinderopvang. Om precies te zijn, voor de kosten van de kinderopvang die in de loop van deze kabinetsperiode (lees 2025) bijna geheel vergoed gaan worden. Zodat ouders gestimuleerd worden om meer uren te gaan werken.

Maar hoe gaat de kinderopvang zelf om met die vraag naar extra uren kinderopvang? Werkgevers worden nou niet bepaald platgebeld door sollicitanten. Minister Karien van Gennip (SZW) maakte onlangs in een brief naar de Tweede Kamer maatregelen bekend die een groeistop moeten zetten op het oplopende personeelstekort. Zij schreef onder andere niet meer te hechten aan het criterium voor vaste gezichten op de groep. Ook de verhouding tussen het aantal beroepskrachten en aantal kinderen kan wat haar betreft versoepeld worden. Daarnaast wil zij gediplomeerde statushouders en Oekraïners een baan in de kinderopvang bieden.

Op zich wellicht effectieve maatregelen. De afgelopen tien jaar is er uit Den Haag alleen weinig anders gekomen dan meer regels, toezicht controles en eisen. Ondernemers hebben moeten investeren en kosten gemaakt om daaraan te kunnen voldoen. En nu de instroom van nieuwe medewerkers stokt, er groepen moeten sluiten en daarmee de maatschappijbrede aanpak van het personeelstekort in gevaar dreigt te komen, laten we alles los.

Dat is opportunistisch beleid en een hard gelag voor werkgevers. Diezelfde werkgevers hebben daarnaast te kampen met een andere bedreiging voor gezonde bedrijfsvoering: de torenhoge tarieven van freelancers. Je hoeft vandaag de dag niet raar op te kijken als een freelance-pedagogisch medewerker zonder blikken of blozen een tarief van 85 euro vraagt. En waarom? Omdat het kan. Medewerkers in vaste dienst zijn nauwelijks te vinden. Werkgevers staan met hun rug tegen de muur, terwijl voor hen het dilemma zich opdringt groepen te sluiten of dan toch maar schoorvoetend die woekertarieven te betalen.

Maar is dat the way to go? Was er niet zoiets als een collectief bewustzijn van goed en te gek? Wat is er over van onze solidariteit om samen ergens (een pensioenstelsel, een zorgstelsel) de schouders onder te zetten? Moet de overheid niet ingrijpen op het doorgeschoten individualisme van freelancers die zich puur en alleen focussen op het spekken van de eigen bankrekening zonder zich te bekommeren over de gevolgen voor het grotere geheel?

Ik realiseer me dat ik hiermee een bommetje leg onder de vrije marktwerking die ik als ondernemer hoog heb zitten. Maar als het ethisch kompas in de war is, moet je het soms een handje helpen. Daarom denk ik, met het onlangs afgekondigde energieplafond in het achterhoofd, dat het goed is als de overheid ook eens serieus gaat kijken naar een tariefplafond voor freelancers. Vanuit de gedachte van het algemeen belang voor de bv Nederland. En als ze dan toch bezig zijn, kan er dan ook meteen gezorgd worden dat meer uren werken ook daadwerkelijk loont? Dan wordt die ene zin in de troonrede over de kinderopvang een stuk realistischer.

Peter van Zijl van SDB / Quebble

3 oktober 2022