Demograaf Gijs Beets: Waar minder kinderopvang is, worden minder kinderen geboren

De bezuinigingen van de overheid op de kinderopvang zijn slecht voor de economie. Dit liet, Gijs Beets, affiliated onderzoeker verbonden aan het NIDI (Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut), aan de hand van cijfers zien op de Landelijke Bijeenkomst van de bdKO en de NVTK. Met deze opmerkelijke conclusies eindigde de demograaf na een betoog ondersteund door getallen, grafieken en resultaten van vergelijkend onderzoek.

Presentatie Gijs Beet, Landelijke bijeenkomst bdKO, 27-11-2014
Presentatie Gijs Beet, Landelijke bijeenkomst bdKO, 27-11-2014
Presentatie Gijs Beet, Landelijke bijeenkomst bdKO, 27-11-2014

De presentatie begon met een grafiek waarop mooi te zien is dat in Nederland al een eeuw lang ongeveer 150 duizend kinderen per jaar geboren worden, met uitzondering van twee decennia na de Tweede Wereldoorlog toen er een babyboom was. Om de bevolking op peil te houden moeten er in Nederland meer kinderen geboren worden. Dit kan door kinderopvang te stimuleren, meent Beets. Met een kaart van Nederland toonde hij aan dat in regio’s waar minder kinderopvang is ook minder kinderen worden geboren. Oftewel, concludeerde hij, als de overheid de vergrijzing wil tegengaan, moet ze vooral niet bezuinigen op de kinderopvang.
Beets liet ook zien dat ongeveer de helft van de Nederlandse vrouwen kinderen krijgt na hun dertigste. Dat is laat in vergelijking met andere landen. ‘Wij zijn wereldkampioen in laat kinderen krijgen’, zei hij. ‘Nederland scoort echter laag op tienerzwangerschappen en abortussen’, vulde hij aan. Dit alles komt omdat vrouwen in dit land al op jonge leeftijd zich bewust zijn van de consequenties van het hebben van kinderen.  ‘Wij plannen onszelf goed’, zei Beets gekscherend. ‘Wij plannen de kinderen tussen het werk en andere projecten door.’ Onzekerheid is hierbij een boosdoener, merkte de demograaf op. ‘Onzekerheid drukt het aantal geboortes. Mensen willen dan wel een kind, maar stellen het uit omdat ze onvoldoende zekerheid hebben of ze het kunnen laten opgroeien zoals ze willen.’ Je krijgt dan een verschil tussen het ‘gerealiseerde kindertal’ en ‘gewenste kindertal’. In Nederland worden daardoor minder kinderen geboren.
In Scandinavië zorgt de overheid voor goede kinderopvang. Gevolg hiervan is dat vrouwen er vroeger kinderen krijgen en het ‘gerealiseerde kindertal’ gelijk is aan het ‘gewenste kindertal’. Er worden, volgens Beets, meer kinderen geboren omdat er voldoende en goede kinderopvang is. ‘Dit is wat anders dan het jojo-systeem van onze overheid. De ene keer is er geld en het jaar erop wordt er flink bezuinigd. Dit dempt het aantal geboortes.’
Tot slot liet de onderzoeker nog een berekening zien waarmee hij aantoonde dat investeren in kinderopvang meer oplevert dan het kost. ‘Als de vrouw door goede opvang kan werken, betaalt ze meer belasting dan dat de kinderopvang van het kind kost. Het is een win-winsituatie voor de overheid en het gezin.’

Voor de presentatie van Beets klik hier.

Zie ook: www.nidi.nl